Groepenkast samenstellen

Wilt u een nieuwe groepenkast samenstellen? Of wilt u de huidige groepenkast vervangen of uitbreiden? Dan moet er bij het samenstellen van de groepenkast worden voldaan aan een aantal wettelijk bepaalde eisen. Daarnaast kunnen er bij het samenstellen van een groepenkast worden gekozen uit veel verschillende extra opties. We zullen dit proces hieronder even doorlopen. Met behulp van de volgende 4 stappen kunt u uw groepenkast zelf samenstellen.

Bepalen of een 1-fase groepenkast of een 3-fase aansluiting nodig is.

Bij het samenstellen van een groepenkast moet er eerst een keuze worden gemaakt tussen een groepenkast met een 3-fase aansluiting of een 1-fase groepenkast. Een 1-fase groepenkast komt het meeste voor en voldoet aan alle eisen in het geval van normaal huiselijk gebruik. Als er plannen zijn om gebruik te gaan maken van apparaten met een hoog vermogen, is een 3-fase groepenkast nodig. Hierbij kan gedacht worden aan een laadpunt voor een elektrische apparaten bijvoorbeeld of andere apparaten die een vermogen hebben van meer dan 3600 Watt.

De huidige aansluiting controleren

In de meterkast is op de kWh-meter te zien van welke aansluiting er momenteel sprake is. Er is sprake van een 1-fase aansluiting als er 230 V op de kWh-meter staat. Bij 400 V (3 x 220 V) is er sprake van een 3-fase aansluiting. Daarnaast is de type aansluiting ook in het jaaroverzicht van uw energiebedrijf terug te vinden.

Berekenen hoeveel groepen de groepenkast nodig heeft.

In oudere woningen zijn de groepenkasten meestal voorzien van 3 tot 6 groepen. Bij nieuwbouw kunnen 10 tot 12 groepen ook wel eens voorkomen. Dit aantal groepen komt doordat het aantal elektrische apparaten in woningen steeds meer toeneemt en er dus vraag is naar meer vermogen. De meeste groepen zijn 16 ampère. Daarbij mogen er maximaal 4 groepen achter elke aardlekschakelaar worden geplaatst.

De maximale belasting per groep

Voordat de groepenkast wordt samengesteld, moeten alle stopcontacten en lichtpunten in huis worden opgeteld en verdeeld over het aantal groepen. Daarna moet er worden gekeken naar hoeveel vermogen elk apparaat vraagt. De informatie over het vermogen van het apparaat is te vinden op het apparaat zelf. Een belangrijke punt is dat het totale vermogen van alle apparaten op één groep niet meer mag zijn dan de maximale belasting per groep. De maximale belasting van een groep kan worden berekend door het aantal ampère van de groep, wat vaak 16 ampère is, te vermenigvuldigen met 230 V. Echter, deze regel geldt niet altijd. Er wordt namelijk geadviseerd om apparaten met een vermogen van meer dan 2000 watt aan te sluiten op een aparte groep. Dit zijn apparaten, zoals de wasdroger, oven of wasmachine. Hier moet rekening moet worden gehouden bij het samenstellen van de groepenkast.

De hoofdschakelaar

Een hoofdschakelaar in de groepenkast is verplicht. Deze regel geldt voor woningen waarvan de bouwvergunning is afgegeven na 2005 en als er ingrijpende veranderingen worden uitgevoerd aan de huidige elektrotechnische installatie.

De aardlekschakelaar

Een belangrijk onderdeel van de groepenkast is de aardlekschakelaar. Hiervan moeten er minimaal twee zijn. Een aardlekschakelaar zorgt ervoor dat de elektrotechnische installatie op tijd wordt uitgeschakeld als er sprake is van een lekstroom. Op deze manier kunnen onveilige situaties worden voorkomen, zoals brand. Daarbij kunnen er achter één aardlekschakelaar maximaal vier installatieautomaten worden geplaatst.

Installatieautomaten

Een installatieautomaat zorgt ervoor dat elektrotechnische installaties tegen schade van te hoge elektrische stromen worden beschermd. Dit kan bijvoorbeeld overbelasting of kortsluiting zijn. In het geval dat zoiets voorkomt, onderbreekt de installatieautomaat het elektrische circuit. Elke groep is beveiligd met minimaal één installatieautomaat.